Kunst, beeld en culturele instelligen

Cultuur is steeds vaker aanwezig in ons dagelijkse leven en wil dan ook voor iedereen toegankelijk zijn via artistieke evenementen op plaatsen die buiten de gewone museale setting vallen, zodat nieuwe culturele instellingen ontstaan. Kunstencentra, een concept dat in de jaren 1970 ontstond, bieden een nieuwe manier om werken te produceren en kunstenaars te promoten. Wij zullen hier het Jeu de Paume in Parijs onder de loep nemen op basis van de ontboezemingen van kunstcritica en curator Marta Gili, die ons zal helpen om alle aspecten en uitdagingen van een kunstencentrum te ontwaren. Hiervoor zullen we ons baseren op de MOOC Digital Media Kunst, beeld en culturele instellingen.

In de eerste plaats moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen een museum en een kunstencentrum. « De verschillen zijn vrij technisch », zegt Marta Gili, want het museum heeft een eigen collectie, het zorgt ervoor, het heeft een echte erfgoedopdracht. Het kunstencentrum heeft geen collectie, bezit geen kunstwerken, maar biedt kunstenaars een plaats om te creëren, het neemt deel aan het creatieve proces en organiseert tijdelijke tentoonstellingen. In het Jeu de Paume zijn deze tentoonstellingen verspreid over 2 verdiepingen, wat natuurlijk scenografische mogelijkheden biedt. In Parijs zijn er heel vaak thematentoonstellingen, merkt Marta Gili op, tentoonstellingen waar slechts één werk van een bepaalde kunstenaar te zien is en vervolgens het werk van een andere kunstenaar, waardoor we geen globale visie op het werk van een bepaalde kunstenaar kunnen krijgen. Daarom hebben we in het Jeu de Paume een zwak voor monografische tentoonstellingen, maar ook voor foto’s uit de 20ste eeuw, en deze twee verdiepingen staan op zo’n manier met elkaar in verbinding dat er een samenhangend geheel ontstaat door Verleden en Heden met elkaar te verbinden. Uiteraard zijn de tentoonstellingen daartussen op een doordachte manier samengesteld, waarbij het Jeu de Paume dezelfde politieke, sociale en artistieke leidraad probeert aan te houden zodat de globale samenhang behouden blijft.

De organisatie van een tentoonstelling is een delicaat proces, aangezien het kunstencentrum een beroep moet doen op « curatoren » die zelf moeten samenwerken met de kunstenaar in kwestie. Hun opdracht is een tentoonstelling te creëren, er een betekenis aan te geven, een verhaal te vertellen om zo praktijken te belichten en sleutels tot interpretatie aan te reiken. Naast de « curatoren » die aan het centrum toegewezen zijn, wordt elk jaar een jonge onafhankelijke curator geselecteerd om aan de uitwerking deel te nemen en kunstenaars voor te stellen. Elke kunstenaar heeft een ander universum met verschillende benaderingen, maar iedereen zoekt naar een zekere verstandhouding met het team omdat het een collectieve weg is om het werk te reconstrueren, met respect voor de intenties van iedereen. De vertrouwensrelatie met de galerijen (of soms de rechthebbenden) is van essentieel belang omdat zij met bepaalde kunstenaars al heel lang samenwerken.
Het contact met het publiek blijft uiteraard essentieel, het Jeu de Paume heeft een virtuele ruimte omdat het internet een democratische ruimte is waar de creatie vrij is. Het centrum biedt ook opleidingen in beeldende kunsten aan, altijd met het idee om een zekere verstandhouding met een publiek van alle leeftijden tot stand te brengen.

GEANNOTEERDE BIBLIOGRAFIE

Agid Philippe en Tarondeau Jean-Claude, « Manager les activités culturelles », Revue française de gestion 29 (142), 2003, pp. 103112.

Online: https://doi.org/10.3166/rfg.142.103-112.
Doordat meerdere punten aansluiting vinden met het boek Art et gestion de l’art. Leadership et institutions culturelles van Sylvie Cameron en Jean-Michel Tobelem, krijgen we hier een beschouwing over de logistieke, beheers-, marketing- en managementkant van een culturele instelling, wat uitermate interessant is om onze visie op deze instellingen uit te diepen en de uitdagingen beter te begrijpen.

Alves Celia Bense Ferreira en Poulard Frédéric, « Le travail dans les institutions culturelles », Societes contemporaines n° 66 (2), Presses de Sciences Po, 01.09.2007, pp. 516.


Dit artikel richt zich op verschillende culturele instellingen (zoals bijvoorbeeld de wereld van het Circus) en hun personeel in zijn geheel (van museumconservator tot artiest) om de werking van deze instellingen beter te begrijpen.

Cameron Sylvie en Tobelem Jean-Michel, Art et gestion de l’art. Leadership et institutions culturelles, Liber (Editions), 2013.

Online: https://www.tourisme-espaces.com/doc/8998.art-gestion-art.html, geraadpleegd op 17.04.2020.
In dit boek stellen de auteurs verschillende visies voor op het beheer van een culturele instelling door te kijken naar de dynamiek van het leiderschap. Hoe blijf je competitief en aantrekkelijk in een steeds veeleisender en materialistischer maatschappij? Cultuur moet een essentieel onderdeel blijven en culturele instellingen moeten zichzelf vernieuwen.

Cordonnier Sarah, « L’édition des centres d’art, de l’archive à l’énonciation éditoriale », Communication & Langages 154 (1), 2007, pp. 99110.

Online: https://doi.org/10.3406/colan.2007.4693.
Als thuis voor artistieke producties en tentoonstellingen vormen kunstencentra een volwaardige plek voor de hedendaagse kunst. Ze doorbreken hun continuïteit met tijdelijke tentoonstellingen. Om hiervan een spoor te bewaren, is het belangrijk om publicaties uit te geven (tentoonstellingscatalogi, folders…) die zullen blijven bestaan en een echt artistiek geheugen van de locatie vormen. Hier hebben we dus een focus op het hele redactionele aspect van een kunstencentrum.

Donnat Olivier, « Les pratiques culturelles des Français à l’ère numérique: Éléments de synthèse 1997-2008 », Culture Etudes 5 (5), 2009, p. 1.

Online: https://doi.org/10.3917/cule.095.0001.
Dit artikel is een samenvatting, een verslag van twee studies die in 1997 en 2008 uitgevoerd werden (Cf: DONNAT Olivier, Les pratiques culturelles des Français à l’ère numérique: enquête 2008. Parijs: La Découverte / Ministère de la Culture et de la Communication, 2009). In de loop van een decennium bestudeert hij de plaats die beeldschermen in ons dagelijkse leven ingenomen hebben met het internet, en dat het daarom van essentieel belang is om toegang te hebben tot de digitale cultuur. Wat zijn nu de uitdagingen voor culturele organisaties om over een virtuele ruimte te beschikken?

Grzech Kinga, « La scénographie d’exposition, une médiation par l’espace », La lettre de l’OCIM (96), 2004, p. 9.


De scenograaf is een sleutelfiguur bij de uitwerking van een tentoonstelling: in samenwerking met het culturele team, de curator en de kunstenaar denkt en herdenkt hij de tentoonstellingsruimte zodat men komt tot een unieke ervaring, rekening houdend met alle aspecten die dit met zich meebrengt, zoals de omzwervingen van de toeschouwer. Het is een veelzijdige baan waarbij je over heel wat verschillende talenten moet beschikken: over al deze complexiteiten verwondert Kinga Grzech zich.

He Mengzhen, Exposer l’art contemporain depuis les années 1960 : les statuts et les rôles des commissaires d’exposition, Masterthesis, Grenoble, Université Grenoble Alpes, 2018.

Online: https://dumas.ccsd.cnrs.fr/dumas-02169781, geraadpleegd op 17.04.2020.
Deze thesis gaat over de rol van curatoren. Deze rol wordt vandaag de dag steeds belangrijker met de uitbreiding van culturele evenementen en zalen. Steeds vaker bevraagd, aanwezig en veelzijdig, blijken « curatoren » essentiële figuren te zijn bij de uitwerking van een artistiek evenement, zoals Marta Gili ook al toelicht.

Jeanpierre Laurent, Mayaud Isabelle en Sofio Séverine, « Représenter les commissaires d’exposition d’art contemporain en France : une intermédiation collective impossible ? », Le Mouvement Social n° 243 (2), La Découverte, 05.06.2013, pp. 7989.


Dit artikel heeft uitsluitend betrekking op het statuut zelf van de curator van hedendaagse kunst, zijn sociale toestand, zijn juridische statuut… Dit beroep, dat steeds omvangrijker wordt, vereist een totale veelzijdigheid, maar omvat ook complexe aspecten die dynamisme vereisen.

Jutant Camille, « Interroger la relation entre public, institutions culturelles et numérique », La Lettre de l’OCIM. Musées, Patrimoine et Culture scientifiques et techniques (162), Office de Coopération et d’Information Muséographiques, 01.11.2015, pp. 1519.

Online: https://doi.org/10.4000/ocim.1578. Dit artikel gaat uitsluitend over het verband tussen de tentoonstellingsruimte en de digitale technologie: digitale apparatuur is belangrijk voor de relatie tussen de culturele instelling en haar publiek, zoals de virtuele ruimte van het Jeu de Paume, het is vaak een speelse plaats waar het publiek museumervaring kan opdoen of uitbreiden, het is dus een essentieel instrument dat nieuwe ervaringen biedt voor deze instellingen.

Lee Bo-Kyoung, « Espaces d’expositions temporaires consacrés à l’art contemporain », Marges. Revue d’art contemporain (05), Presses universitaires de Vincennes, 15.06.2007, pp. 4060.

Online: https://doi.org/10.4000/marges.705.
In dit artikel analyseert Bo-Kyoung Lee de nieuwe tentoonstellingsruimtes die de voorkeur genieten van hedendaagse kunstenaars. De hedendaagse kunst heeft zich bevrijd van de traditionele tentoonstellingsruimtes en is nu stedelijk, heterogeen, gekaderd binnen een tijdelijkheid, waarbij het « tijdelijke » effect een extra exclusief aspect aanreikt.

Mairesse François, Gestion de projets culturels – Conception, mise en oeuvre, direction, Armand Colin, 11 rue Paul Bert, 92247 Malakoff Cedex, Dunod Éditeur, 2016.

Online: https://www.armand-colin.com/gestion-de-projets-culturels-conception-mise-en-oeuvre-direction-9782200613594, geraadpleegd op 28.04.2020.
In dit werk werpt de auteur een blik op de ontwikkeling van een cultureel project, van concept tot inhuldiging. Management, communicatie, samenwerking met kunstenaars, geen enkel aspect ontsnapt aan de analyse van François Mairesse. Dit is een zeer interessant boek om de door Marta Gili genoemde wegen te bewandelen.

Scrive Martine, « Qui fait une exposition? Du commissaire à l’équipe projet », Culture & Musées 6 (1), 1994, pp. 99104.

Online: https://doi.org/10.3406/pumus.1994.1051.
In dit artikel gaat Martine Scrive in op de mensen die een echte leidraad vormen bij de ontwikkeling van een tentoonstelling door verschillende beroepen te analyseren, zoals de « wetenschappelijke ontwerpers » die zij bijvoorbeeld noemt. In werkelijkheid zijn heel veel mensen essentieel bij de uitwerking van een tentoonstelling, iedereen heeft een betekenis te geven en vult het werk van de anderen aan.

Thi ai lien Pham, « Des médiateurs (culturels) dans un centre d’art », MEI (Médiation et Information) (19), 02.2004, pp. 190198.

De auteur stelt vast dat er steeds meer bemiddelaars in musea en kunstencentra zijn en onderzoekt de problemen en uitdagingen van dit beroep met het oog op een specifieke doelstelling: de democratisering van de kunst. Thi Ai Lien Pham, die een onmisbaar instrument is geworden voor het overbrengen van de sleutels van de artistieke interpretatie, deelt met ons haar contacten met de bemiddelaars in het Palais de Tokyo in Parijs.

Tobelem Jean-Michel, La gestion des institutions culturelles – Musées, patrimoine, centres d’art, 3ème édition, Armand Colin, 11 rue Paul Bert, 92247 Malakoff Cedex, Dunod Éditeur, 2017 (Collection U).

Online: https://www.armand-colin.com/la-gestion-des-institutions-culturelles-3e-ed-musees-patrimoine-centres-dart-9782200616830, geraadpleegd op 28.04.2020.
In dit werk, dat een aanvulling vormt op de in deze bibliografie geciteerde documenten over beheer en management, geeft de auteur ook een definitie van het begrip « culturele marktorganisaties » door zijn onderwerp niet uit te breiden tot culturele instellingen die niet noodzakelijk marktgericht zijn en door in ruime mate rekening te houden met het digitale en virtuele aspect.

Tobelem Jean-Michel, La culture pour tous. Des solutions pour la démocratisation?, Fondation Jean Jaurès, 12, CITÉ MALESHERBES – 75009 PARIS, 2016.

Online: https://jean-jaures.org/nos-productions/la-culture-pour-tous-des-solutions-pour-la-democratisation, geraadpleegd op 28.04.2020.
Culturele instellingen, ook al zijn zij bedoeld om voor iedereen toegankelijk te zijn, worden nog steeds bijna uitsluitend bezocht door goed geïnformeerde mensen. Dit is de vaststelling die Jean-Michel Tobelem in zijn boek maakt, terwijl hij nadenkt over beleidsmaatregelen voor de democratisering van kunst, zodat deze eindelijk door iedereen werkelijk gewaardeerd kan worden, uitgaande van een gelijke basis.

Fourteau Claude, Les institutions culturelles au plus près du public, Louvre Editions, Paris, La Documentation française, 2002.

Online: http://editions.louvre.fr/fr/les-ouvrages/publications-scientifiques/theories-de-lhistoire-de-lart-museologie/les-institutions-culturelles-au-plus-pres-du-public.html, geraadpleegd op 28.04.2020.
Het relationele aspect is van essentieel belang voor een culturele instelling, en het ligt dan ook voor de hand om de relatie tussen een culturele instelling en het publiek onder de loep te nemen: welke maatregelen worden genomen om zo dicht mogelijk bij het publiek te staan, om het publiek aan te trekken en terug te laten komen.

Références bibliographiques

  • Mooc geschreven door Laura Delille, Master 1 student, APMA aan de University Polytechnique des Hauts-de-France, als onderdeel van Clarisse Bardiot’s Media Culture cursus.

Alle teksten van de onderzoeksnotitieboeken worden gepubliceerd door de blog van laboratorium De Visu op de site hypothèses : Open édition en sciences humaines et sociales.