Hybridisering tussen digitale en traditionele knowhow

Traditie en innovatie zijn twee begrippen die in de designwereld vaak met elkaar geconfronteerd worden. Elk van hen draagt bijzondere waarden uit zoals het ambacht of de industrialisatie, de technologische vooruitgang of de erfenis van voorouderlijke knowhow, maar ook het begrip van materialen en volumes of de dematerialisatie. Terwijl traditie per definitie staat voor onveranderlijkheid, impliceert innovatie daarentegen een voortdurende vernieuwing en vandaag neemt deze evolutie precies de vorm aan van nieuwe digitale technologieën. In een precaire milieucontext, waarin onze maatschappij zowel probeert oude praktijken nieuw leven in te blazen om een gezondere en meer ecologische manier van leven te cultiveren, maar ook steeds innovatievere middelen ontwikkelt die een ander soort gebruik en wooncomfort bieden, lijkt het samenbrengen van deze twee vakgebieden dan ook een gerechtvaardigde denkoefening. Deze twee benaderingen zijn namelijk verre van onverenigbaar en kunnen binnen een creatie perfect gecombineerd worden om een nieuw elan te geven aan interactieve tools en hun gebruikerservaring. Tal van instellingen zijn zich bewust geworden van de mogelijkheden van een dergelijke aanpak en trachten deze hybridisering tussen digitale en traditionele praktijken in de praktijk toe te passen. Dit is met name het geval voor Arts Codés, een atelier dat verschillende bedrijven samenbrengt en dat, volgens In-Flexions-ontwerper François Brument tijdens een interview voor de MOOC Digital Media Paris, een plaats is waar « traditionele en digitale knowhow samenkomen ». Zij ontwerpen dus objecten of installaties die het resultaat zijn van denkoefeningen over de relatie tussen digitale technologie en ambachtelijk vakmanschap. Volumique, zowel uitgeverij als ontwerpstudio, deelt ook deze houding door games of boeken voor te stellen die onze verhouding tot het traditionele en tastbare voorwerp, tot het virtuele en tot onze omgeving in vraag stellen, met name door het gebruik van Augmented Reality. Tijdens het interview met Etienne Mineur, medeoprichter van Volumique, voor de MOOC Digital Media Paris, beweert hij dat we fysieke en digitale dragers niet tegenover elkaar moeten plaatsen, aangezien beiden in het dagelijkse leven reeds hand in hand gaan ».

Naast hun vergelijkbare creatieve aanpak hebben deze twee personen uit de wereld van het digitale design ook met elkaar gemeen dat zij dit concept van hybridetools benaderen door het prisma van de experimenten. Om deze interactieconcepten gestalte te geven, blijkt een fase van bevraging over het materiaal en de technologieën, maar ook over de prototyping inderdaad van essentieel belang te zijn voor de ontwikkeling van vernieuwende interactieve ervaringen. Bepaalde plaatsen, zoals de FabLabs of de TechShop, zijn juist bevorderlijk voor deze experimentele aanpak. Deze productielaboratoria, die de toegankelijkheid, de uitwisseling en het delen van kennis bevorderen, met name door middel van open source resources, hebben en geven toegang tot een groot aantal traditionele en digitale ontwerptools, die de kern kunnen vormen van zowel technologische als disciplinegerichte hybridiseringsprojecten.

Door zijn ambivalente en experimentele karakter opent deze benadering dus de weg naar creatieve methodes die zowel technische als professionele vaardigheden samenbrengen om de interactiecodes tussen mens en computer onderuit te halen, terwijl alles ten dienste blijft staan van de betekenis. Tijdens zijn interview legt Etienne Mineur ook uit dat het weliswaar meestal de ideeën zijn die het gebruik van een bepaalde techniek rechtvaardigen, maar dat ook het omgekeerde waar is en dat het dus mogelijk is de creatie en gebruik te verruimen.

GEANNOTEERDE BIBLIOGRAFIE

Wetenschappelijke tijdschriften

Fourmentraux Jean-Paul, « Art, science, technologie. Création numérique et politiques de l’interdisciplinarité », Volume !. La revue des musiques populaires (10 : 2), Éditions Mélanie Seteun, 10.06.2014, pp. 113129. Online: https://doi.org/10.4000/volume.3999.
Jean-Paul Fourmentraux behandelt hier het concept van creatie binnen interdisciplinaire projecten, waarbij kunst, wetenschap en technologie gecombineerd worden. Het is een analyse van deze benadering van hybride- en collaboratieve productie die rekening houdt met de verschillende problemen die inherent zijn aan elke discipline en met de verstoring van de grenzen tussen beide. Dit stelt ons ook in staat de rol van elke betrokken professional in vraag te stellen, maar ook nieuwe werkwijzen te ontwikkelen.
Dit artikel staat dus stil bij de samenwerking tussen activiteitensectoren die normaal ver van elkaar verwijderd zijn en stelt ons in staat deze experimentele aanpak te presenteren als een middel om artistieke, technologische en wetenschappelijke vernieuwingen op gang te brengen.

Pignier Nicole, « Le plaisir de l’interaction entre l’usager et les objets TIC numériques », Interfaces numériques 1 (1), Université de Limoges, 12.12.2017, pp. 152152. Online: https://doi.org/10.25965/interfaces-numeriques.74.
In dit artikel wordt de relatie tussen de gebruiker en het digitale object onder de loep genomen, en meer in het bijzonder de emotionele dimensie die uit deze interactie voortvloeit. Nicole Pignier definieert dus interactie met gebaren aan de hand van verschillende criteria en onderscheidt verschillende soorten interacties naargelang de manier waarop de tool gebruikt wordt. Zij identificeert ook verschillende denkelementen over het al dan niet intuïtieve en gebruiksvriendelijke karakter van een interface door de gebruiker en de voldoening of frustratie die men aan deze interactie ontleent.
Aangezien het begrip ‘ambacht’ intrinsiek verbonden is met een fysieke en tastbare drager, biedt deze analyse van de emotionele en zintuiglijke band tussen het digitale object en de gebruiker dus de mogelijkheid om te begrijpen hoe het verband tussen traditionele en digitale knowhow antwoorden kan geven op de vraag naar het plezier in onze relatie met interactieve tools.

Tréhondart Nolwenn, « Le livre numérique « augmenté » au regard du livre imprimé : positions d’acteurs et modélisations de pratiques », Les Enjeux de l’information et de la communication n° 15/2 (2), GRESEC, 2014, pp. 2337.
Dit artikel behandelt de kwestie van een voorwerp dat juist deel uitmaakt van een technologisch hybridiseringsproces: augmented of verrijkte boeken. Het stelt elementen voor om dit redactionele instrument te definiëren, gaat in op de verschillende problemen in verband met de vormgeving en belicht de problemen in verband met de productie, met name door de analyse van twee voorbeelden USA 1968, deux enfants van Jean-Jacques Birgé en Journal d’un Caprice van Kenza Boda.
Bijgevolg laat dit artikel ons toe te begrijpen dat het ontwerpen van hybride voorwerpen een wisselwerking impliceert tussen het respecteren van conventies die verband houden met het traditionele voorwerp en de wil om nieuwe gebruikservaringen te ontwikkelen dankzij digitale technologieën, ook al gaat dit soms ten koste van de betekenis van het voorwerp.

Vial Stéphane, « Qu’appelle-t-on « design numérique » ? », Interfaces numériques 1 (1), Université de Limoges, 12.12.2017, pp. 106106. Online: https://doi.org/10.25965/interfaces-numeriques.163.
In dit artikel van Stéphane Vial wordt ingegaan op de probleemstelling van de definitie van « digitaal design ». Hij verkent de verschillende aspecten van deze discipline door middel van haar historische evolutie, terwijl hij tracht een filosofische kijk te geven op dit specifieke gebied van design dat voortvloeit uit het technologische maar ook culturele en sociale fenomeen dat de digitale revolutie is.
Stéphane Vial’s definitie van digitaal design stelt ons in staat de vele subtiliteiten, nuances en tegenstrijdigheden te begrijpen die binnen deze discipline bestaan en te begrijpen dat het niet alleen het concept van interactief design omvat, maar ook verder gaat dan de loutere creatieve en conceptuele zorg om maatschappelijke kwesties te omarmen.

Zoran Amit en Buechley Leah, « Hybrid Reassemblage: An Exploration of Craft, Digital Fabrication and Artifact Uniqueness », Leonardo 46 (1), 02.2013, pp. 410. Online: https://doi.org/10.1162/LEON_a_00477.
Dit artikel beschrijft de creatieve aanpak van Amit Zoran, student en ontwerper aan het MIT Media Lab, in het kader van zijn project Hybrid reAssembly. Dit project, een combinatie van artisanale fabricage en 3D-printing, bestond uit het creëren van objecten door middel van traditionele fabricage, opzettelijke vernietiging en vervolgens digitale restauratie. Zo wordt een nieuw voorwerp verkregen dat gelijk is en toch verschillend. Deze laatste behoudt inderdaad de oorspronkelijke vorm en symbolische dimensie, maar vertoont ook de schade die door de vernietiging ervan ontstaan is, dankzij de hybridisering van de twee productietechnieken ontstaat op die manier een uniek stuk.
Hybrid reAssemblage biedt daarom een denkpiste over de manier waarop digitale fabricageprocessen kunnen ingrijpen in een artisanale ontwerpbenadering. Deze benadering verruimt niet alleen de creatieve mogelijkheden, maar brengt ook technische precisie en een symbolische waarde. Dit project biedt ook een interessante kijk op de gehechtheid van de ontwerper aan zijn productie en de emotionele relatie die daaruit kan voortvloeien.

Boeken

Anderson Chris, Makers: La nouvelle révolution industrielle, Pearson, 2012.
Makers: La nouvelle révolution industrielle belicht de Maker-beweging die in de jaren 2000 in de Verenigde Staten opkwam met de opkomst van de eerste FabLabs. Chris Anderson, die pleit voor een gemakkelijkere toegang tot technologische en documentaire middelen en voor de verspreiding van kennis, prijst deze artisanale en digitale productiebenadering, die lijkt op een echte cultuur van zelf dingen maken en meer bekend is als « DIY ».
De Fablabs maken deel uit van het tijdperk van innovatie dat door de digitale revolutie op gang gebracht is en maken het mogelijk nieuwe statussen van ontwerper of « fabrikant » te doen ontstaan. Dit boek geeft een gedetailleerde beschrijving van dit verschijnsel, dat nieuwe mogelijkheden biedt voor creatieve, interdisciplinaire en innovatieve samenwerking, alsook voor sociale en professionele samenwerking.

Braunstein-Kriegel Chloé en Petiot Fabien, Crafts, Today’s Anthology for Tomorow’s Crafts, Editions Norma, 2018. Door de ogen van creatieve mensen uit verschillende sectoren (vakmannen, ontwerpers, kunstenaars…) onderstreept dit boek de disciplinaire pluraliteit van de ambachtelijke industrie door een globaal overzicht te bieden van de verschillende expertises en hun respectieve uitdagingen. Aan de hand van vier fundamentele thema’s wordt dit aangereikt als een transdisciplinaire praktijk die een echte bron van creatieve inspiratie en reflectie vormt, zowel door de waarden als door de rijkdom van de fabricageprocédés. Ook wordt de houding van de vakman in het licht van de ontwikkeling van nieuwe technologieën, met name digitale fabricageprocessen, ter discussie gesteld.

Deze bloemlezing van Chloé Braunstein-Kriegel en Fabien Petiot behandelt een aspect van een van de essentiële begrippen van de besproken hybridisering: vroeger, de ambacht. Dit boek biedt dus de mogelijkheid om een veelheid van standpunten over deze discipline te ontdekken en maakt het mogelijk om deze praktijk niet te beperken tot de term « handgemaakt », maar ook rekening te houden met haar culturele, economische, educatieve, collaboratieve en evolutionaire dimensie.

Chardronnet Ewen, Artisans numériques, Éditions HYX, 2014
Dit boek bundelt verschillende interviews met kunstenaars-onderzoekers rond het thema FabLab. Deze interviews, verzameld tijdens de studiedag « Enjeux technologiques, artistiques et sociétaux des Fab Lab » en onder leiding van Ewen Chardronnet, maken het mogelijk om verschillende creatieve benaderingen te bestuderen die in deze plaatsen van productie en verspreiding geïnitieerd zijn, terwijl de effecten van deze producties op het publiek gemeten worden, maar ook de mutaties die binnen de discipline zelf plaatsvinden.
Elke geïnterviewde kunstenaar-onderzoeker deelt zijn of haar conceptieproces en reflecties aan de hand van een werk, waardoor hij of zij de kwesties rond de artistieke en wetenschappelijke praktijk binnen een FabLab kan begrijpen. Het gaat ook om het ontdekken van een grote verscheidenheid aan creatieve theorieën en toepassingen van deze innovatieve digitale fabricageprocessen.

Drouillat Benoît, Le design interactif : Du web design aux objets connectés, Dunod, 2016.
In het boek « Le design interactif : Du web design aux objets connectés » geeft Benoît Drouillat een definitie van interactief design en de ontwerpbenaderingen die daarbij horen, en geeft hij de verschillende toepassingsgebieden ervan aan. Hij beschrijft ook de evolutie van deze praktijk doorheen de geschiedenis van de computerwetenschappen en interfaces tot op heden, en geeft een gedetailleerde gids voor de stappen die betrokken zijn bij het ontwerp van een interactief designproject.
Om twee verschillende creatieve processen te kunnen combineren, is het van essentieel belang hun essentie te begrijpen, en dit boek concentreert zich op het aspect van één ervan: interactief design. Het stelt ons dus in staat de sleutelbegrippen te assimileren die inherent zijn aan deze discipline en die noodzakelijk zijn om het begrip van de gebruikerservaring te begrijpen.

Lejeune Françoise, Corps-à-corps œuvre-public : L’expérience des installations interactives, Éditions L’Harmattan, 2015.
In dit boek stelt Françoise Lejeune een studie voor over interactieve kunst, en meer bepaald over interactieve installaties en de immersieve ervaring die daaruit voortvloeit. Door verschillende werken van erkende kunstenaars te analyseren en deze discipline vervolgens door een meer wetenschappelijk prisma te bekijken (neurofysiologie, filosofie, psychologie…) tracht zij een denkpiste aan te reiken rond de perceptie van de gebruiker bij een interactieve ervaring en zijn gevoelens zowel ten aanzien van het werk als zijn omgeving.
Dankzij de verschillende bestudeerde voorbeelden en de diepgaande praktijkanalyse, laat dit boek ons toe te begrijpen hoe digitale technologieën gebruikt kunnen worden om gevoelige en vernieuwende interactieve ervaringen aan te bieden in een meer artistieke omgeving. Verder biedt het ook een andere kijk op de plaats van de gebruiker binnen deze verruimde interactie, waarbij meer specifiek gekeken wordt naar zijn mentale toestand gedurende de interactie en de invloed die hij kan hebben op de algehele ervaring.

Webpagina’s en andere « ré-enchanter la lecture numérique – Étienne Mineur | Archives », Étienne Mineur | Archives, 06.11.2012, https://www.my-os.net/archives/?p=426, geraadpleegd op 30.04.2020.
My-os.net, dat Etienne Mineur sinds 2012 bijhoudt na het stopzetten van zijn vorige blog, brengt de verschillende observaties van de ontwerper en zijn reflecties over de grafische praktijk in het algemeen en over thema’s die verband houden met de activiteit van Volumiques. Hoewel minder actief sinds 2018, staat deze blog vol creatieve inspiraties en interessante vragen over de evolutie van het digitale boek, vooral over de interacties die op gang kunnen komen dankzij de ontwikkeling van nieuwe technologieën. Dit is precies het geval van deze post. In dit artikel probeert Etienne Mineur de terminologie met betrekking tot digitaal uitgeven te definiëren alvorens de vele mogelijkheden te bekijken om te experimenteren met de functionaliteiten van de nieuwe dragers en het gebruik daarvan binnen een project. Dit artikel stelt ons dus in staat de technische, creatieve en interactieve perspectieven die deze nieuwe digitale dragers bieden vanuit een breder gezichtspunt te beschouwen.

« Le designer d’aujourd’hui est-il l’inventeur d’hier ? », INPI.fr, 28.03.2017, https://www.inpi.fr/fr/le-designer-d-aujourd-hui-est-il-l-inventeur-d-hier, geraadpleegd op 30.04.2020.
Dit artikel blikt terug op de tentoonstelling « Invention/Design – Regard croisés » die in 2016 plaatsvond in het Musée des arts et métiers de Paris en op een interview dat op initiatief van het INPI afgenomen werd met Antoine Fenoglio, ontwerper en curator van de tentoonstelling. In de loop van het interview bespreekt hij de vier hoofdthema’s van de tentoonstelling, die ook de grondslagen van de vormgeving weerspiegelen: de essentie, de context, de nieuwsgierigheid en de stoutmoedigheid. Aan de hand van de beschrijving van enkele werken in de tentoonstelling, geeft Antonio Fenoglio een beschouwing over de houding van de ontwerper, waarbij hij een parallel trekt met die van de uitvinder. Voor dit laatste is een ontwerp vereist dat een traditioneel voorwerp of ding ter discussie stelt en een beroep doet op hedendaagse technologieën om het gebruik ervan te verbeteren. De confrontatie van deze twee benaderingen maakt het dus mogelijk zowel hun overeenkomsten als hun onlosmakelijke karakter te onderstrepen, maar ook te begrijpen dat zij beide in dezelfde relatie tot de gebruiker staan: die van het inspelen op een behoefte door een vernieuwende oplossing aan te reiken.

« #1 Jean-Louis Fréchin, Interview d’un designer innovant ». Online: https://open.spotify.com/episode/6L6HPm2c1y4v9SlDMLwnVu, geraadpleegd op 30.04.2020.
Deze podcast is een transcriptie van een interview met een belangrijke figuur in de wereld van het digitale design, Jean-Louis Fréchin. Tijdens zijn loopbaan als architect, productontwerper, global designer en vervolgens digitaal ontwerper deelt hij zijn visie en benadering van de discipline, evenals zijn methodologische advies. Als oprichter van het designbureau Nodesign is hij ook een fervent verdediger van het Europese design, dat volgens hem in niks moet onderdoen voor de Amerikaanse modellen – met name vanwege de rijke wetenschappelijke kennis en het culturele en creatieve erfgoed – en betreurt hij de standaardisering van design die innovatie in de weg staat.
Het discours van deze beroemde ontwerper biedt sleutels tot het begrijpen van de praktijk van design en stelt ons in staat het te zien als een proces waarvan de uitkomst niet van tevoren bekend is. Bovendien onderstrepen zijn multidisciplinaire achtergrond en agentschap de noodzaak om zich aan de nieuwe technologieën aan te passen door een transversale en evolutionaire houding aan te nemen, waardoor hij een beroep kan doen op een brede waaier van vaardigheden, maar zijn tools ook kan aanwenden om een specifiek doel te dienen.

« Outils numériques artisanalement modifiés », Strabic, http://strabic.fr/Outils-numeriques-artisanalement-modifies-Sophie-Fetro, geraadpleegd op 30.04.2020.
In dit artikel concentreert Sophie Fétro zich op de notie van tools om hun plaats binnen een ontwerpproces te bestuderen, alsook de manier waarop ontwerpers zich productietechnieken en -processen van buiten hun discipline toe-eigenen om zich te emanciperen van de traditionele productielijnen. Aan de hand van verschillende voorbeelden legt ze uit dat met de opkomst van de FabLabs, die de productie toegankelijker maken, de designers aangemoedigd worden om alle creatieve en technische mogelijkheden van deze machines te verkennen en uit te buiten, waarbij ze nieuwe vaardigheden verwerven en een andere esthetische logica die beheerst wordt door de kenmerken van deze digitale productiemiddelen.
Dit artikel stelt ons dus in staat de verschillende productiemiddelen te beschouwen als een bron van creatieve stimulans en hybride combinatie van disciplines voor designers. Door een houding aan te nemen die wisselt tussen vakmanschap – of DIY – gezien het verband met de vervaardiging, en digitalisering, vanwege het programmeringsaspect, ontwikkelen zij nieuwe perspectieven voor innovatie en creatie, terwijl zij hun identiteit als designers ter discussie stellen.

« wiki:memoires:open-artisanat:open-artisanat [TONER KEBAB WIKI] », http://www.tonerkebab.fr/wiki/doku.php/wiki:memoires:open-artisanat:open-artisanat, geraadpleegd op 30.04.2020.
Deze thesis gaat precies over de notie van hybridisering van twee praktijken binnen een hedendaags project. In dit geval zijn de twee disciplines in kwestie grafisch ontwerp en ambacht. Door terug te keren naar de historische context van deze traditionele praktijk en de definitie ervan te verduidelijken, brengt Marine Laurent ambacht en grafische vormgeving samen om de identiteit van de ontwerper en zijn verhouding tot tools, materialen en digitale technologieën in vraag te stellen. Zij gaat ook in op de collaboratieve dimensie van een creatief project in een tijd waarin ontwerp- en productieprocessen plaatsvinden in ruimtes zoals FabLabs en zich ontwikkelen binnen een multidisciplinaire gemeenschap.

Marine Laurent stelt dus een denkoefening voor over de verschillende mogelijkheden van creatie en innovatie die een disciplinaire hybridisering biedt, maar maakt het ook mogelijk de probleemstellingen te identificeren die door deze houding van grafisch ontwerper-kunstenaar opgeworpen worden.

Références bibliographiques

  • Mooc geschreven door ADELINE POSVITE, Master 1 student, DGDI aan de Polytechnische Universiteit van Hauts-de-France, als onderdeel van de cursus Media Cultuur van Clarisse Bardiot.

Alle teksten van de onderzoeksnotitieboeken worden gepubliceerd door de blog van laboratorium De Visu op de site hypothèses : Open édition en sciences humaines et sociales.